Alles wat Koning in zijn leven onderneemt, staat bol van tegenstrijdigheden, ambivalentie en ambiguïteit. Zijn haat-liefde verhouding met zijn woonplaats, uitgewerkt op het album INDUSTRIAL CITY IN THE CLOUDS, is daar een goed voorbeeld van. Maar vlak niet uit, dat hij schrijft terwijl hij woorden als de vijand beschouwd, en voor alles de barricade opgaat terwijl hij een anoniem leven wil leiden. Echter, als bij één songschrijver—of liever: componist—leven en werk zijn verweven, dan is het bij Koning. Een zelfbenaamd sinner -songwriter met een indrukwekkend oeuvre, waarin keer op keer blijkt hoezeer hij is geobsedeerd door geschiedenis, de menselijke psyche en de dood. Wie zijn teksten construeert vanuit het schemergebied tussen fantasie en werkelijkheid, waarna beklemmende en meeslepende songs het licht zien. Zijn songs, wanneer góed en met name in de juiste context beluisterd, kunnen je zeker uit het veld slaan; gevoelig, persoonlijk en aangrijpend. K